Inleiding
Naamsaanname A
In 1811 toen
Nederland een koninkrijk was onder de broer van de machtige keizer Napoleon
Bonaparte "Lodewijk Napoleon", werd bij keizerlijk decreet van 18
augustus bepaald dat iedere inwoner van het Rijk verplicht was, wanneer er nog
geen achternaam werd gevoerd, er één te kiezen en binnen het jaar te laten
registreren in een register van naamsaanneming. In de
noordelijke provincies kende men in die tijd maar weinig achternamen dus velen
moesten er zo snel mogelijk één kiezen. Toch waren er velen die het keizerlijk
decreet negeerde en geen familienaam aannamen. Ook gebeurde het dat de
aangenomen naam naar eigen inzicht werd gewijzigd. Uiteindelijk werd het
allemaal erg bont en moest koning Willem I een koninklijk besluit (van 1825)
uitvaardigen om aan deze praktijken een einde te maken. |
![]() |
Uit
een vergelijking met andere provincies blijkt verder, dat er in Friesland
duidelijk meer bewaard is gebleven dan elders. De oorzaken daarvan zijn niet
bekend, maar het lijkt niet onwaarschijnlijk dat men in andere delen van het
land dit decreet overbodig achtte omdat daar vrijwel iedereen al een familienaam
had. Het is vrij algemeen bekend, dat in Friesland daarentegen de grote
meerderheid van de bevolking voor 1811 geen familienamen, maar zgn. patronymica
(vadersnamen) voerde. Enkele voorbeelden: Jan Harmensz(oon) of Jan Harmens,
Trijntje Pieters(dochter), Sjoerd Gerbens, etc. Met het invoeren der
familienamen had overigens het gebruik van patronymica bepaald niet afgedaan;
men kan ze tot op de huidige dag tegenkomen in de geschreven en (vooral)
gesproken taal. Naar
aanleiding van de volkstelling van 1947 slaakte dr. P.J. Meertens de
verzuchting: "Bovendien blijken lang niet alle Nederlanders hun naam te
kunnen schrijven zoals deze officieel luidt". Hoeveel sterker moet deze
uitspraak gelden voor 1811, toen er nog niets was om op terug te vallen en
bovendien een aanzienlijk deel van de bevolking analfabeet was! Het is gebleken,
dat de namen na 1811 nog vaak aanmerkelijk zijn veranderd, vooral in spelling.
Daarbij komt nog, dat de ambtenaar dikwijls een andere spelling hanteerde dan de
comparant. In
de meeste gevallen waren de comparanten mannelijke gezinshoofden die hun gekozen
naam lieten vastleggen voor zichzelf en alle eventuele kinderen, ook al waren
die zelf meerderjarig. Ook weduwen waren natuurlijk gezinshoofden en konden in
die kwaliteit voor hun kinderen een familienaam kiezen. Voor ouderloze kinderen
diende de voogd te verschijnen. Van
de gelegenheid die in 1826 werd geboden, om alsnog een geslachtsnaam te laten
registreren, is zeer weinig gebruik gemaakt. Verder is gebleken, dat vaders en
zoons soms toch verschillende namen voerden (van broers was dit niet
ongebruikelijk), of dat een naam na enkele jaren zonder enig bezwaar werd
verwisseld voor een andere. Ongeveer
gelijktijdig met het koninklijk besluit in 1825 werd de burgerlijke stand
ingevoerd, waardoor mensen verplicht werden om geboorte, huwelijk en overlijden
aan te geven bij de gemeente. Voorheen kon men nog volstaan met een inschrijving
in een kerkregister. Doordat Napoleon de burgerlijke stand tot algemeen systeem
voor het hele rijk in het leven heeft geroepen is het nu een stuk makkelijker om
na te gaan wie je voorouders zijn en wat zij in hun leven gedaan hebben. <bron: Rijksarchief Leeuwarden>
|
|
Op basis van
het keizerlijk decreet uit 1811 werd door Popke Douwes, een zoon van Douwe
Ruerts en Durkjen Popkes, voor zijn gezin plus kleinkinderen de familienaam
AALSMA vastgelegd in het naamsaannemingsregister van de gemeente Rauwerderhem (een
grote kopie ervan is te vinden in het fotoalbum op deze site). Deze naam Aalsma is een
zogenaamde herkomstnaam. Het deel “–sma” geeft aan dat de familie van
Friese herkomst is en het deel “Aal” naar alle waarschijnlijkheid
gerelateerd is aan het plaatsje Ealsum en/of het aldaar gelegen Aalzumklooster,
gelegen aan de rivier Boorn naast Irnsum. Uit de doopgegevens van Popke Douwes
blijkt namelijk dat hij op 27 maart 1742 gedoopt is in het Aalzumklooster
evenals enkele van zijn oudere broers en zussen. Op basis hiervan neem ik aan
dat het plaatsje Aalzum de vroegere woonplaats was van Popke, aangezien Irnsum
als woonplaats ten tijde van de tenaamstelling is opgeschreven.
|
|
3.
Ontstaan van
de VAN AALZUM-tak Een
zoon van de hiervoor genoemde Popke Douwes Aalsma, te weten Douwe Popkes (let op
het vernoemen naar de grootvader en het patroniemgebruik) neemt echter de
familienaam VAN AALZUM aan, zo blijkt uit zijn overlijdensakte. Wanneer en
waarom deze naamswijziging heeft plaatsgevonden is vooralsnog onduidelijk, maar
dergelijke voorvallen waren niet ongewoon in die tijd.
|
|
4.
Ontstaan van
de VAN AALSUM-tak Eind
1800 zien we dat bij de kinderen van Frederik Annes van Aalzum en Tecla Servaas
Hulscher de achternaam als
|